Behandeling aanvraag omgevingsvergunning

01-09-2015 10:31

Er is weinig verschil tussen de procedure bij een lichte bouwvergunning en de procedure bij een reguliere bouwvergunning. De hier gegeven informatie geldt voor beide.

Fatale termijnen

Nadat de aanvraag is ingediend, moet het bevoegd gezag de aanvraag publiceren als het een reguliere aanvraag betreft. Voor de uitgebreide aanvraag is geen publicatie van de aanvraag nodig, maar wordt de ontwerpbeschikking gepubliceerd. Op het moment dat de aanvraag volledig is, zal het bevoegd gezag de aanvraag inhoudelijk beoordelen, waaraan het getoetst wordt aan alle mogelijke weigeringsgronden. Nadat eventuele aanhoudingsgronden zij nvervallen, dient het definitieve besluit genomen te worden.Voor een reguliere procedure geldt de  zogenoemde 'fatale termijn'. Dat wil zeggen: wanneer de gemeente niet binnen de gestelde termijn een besluit heeft genomen, wordt de vergunning 'van rechtswege' verleend. Na het verlopen van de fatale termijn is er dus 'automatisch' een vergunning. Dit noemt men ook wel een 'fictief verleende vergunning'. Voor de uitgebreide procedure geldt geen fatale termijn. De termijnen waarin het bevoegd gezag beslist moet hebben over de aanvraag, zijn:

  • voor een reguliere omgevingsvergunning: 8 weken;
  • voor een uitgebreide omgevingsvergunning: 26 weken;

Als het bevoegd gezag niet binnen de termijn de beslissing genomen heeft over de aanvraag, wordt deze van rechtswege verleend. Dit betekend niet dat er direct gebruik gemaakt kan worden van de vergunning. De vergunning treedt pas op wanneer de termijn waarbinnen bezwaar ingediend kan worden, is verstreken. Als bezwaar wordt ingediend, moet hierover eerst een beslissing genomen worden voordat er van de vergunning gebruik kan worden gemaakt.

Fatale termijnen gelden soms niet

De fatale termijnen gelden in sommige gevallen niet. Dan kan onterecht de indruk ontstaan dat op zeker moment de fatale termijn is verstreken, en er dus een vergunning van rechtswege zou zijn. Die is er dan niet, en in dat geval is bouwen illegaal! Is er na afloop van de normale fatale termijn nog geen beslissing over de aanvraag bouwvergunning, informeer dan dus altijd bij de gemeente of er inderdaad een vergunning van rechtswege is.In de volgende gevallen gelden de normale fatale termijnen niet.

  • Bij een uitgebreide procedure. De fatale termijnen uit de Woningwet zijn niet van toepassing als er een vrijstelling van het bestemmingsplan nodig is voor de bouwvergunning.
  • De gemeente kan bij een complexe aanvraag de fatale termijn opschorten, in dat geval ook wel 'verdagen' genoemd. De gemeente moet dit binnen acht weken schriftelijk meedelen aan de aanvrager, met de reden hiervoor. Bij een reguliere vergunning kan met maximaal zes weken worden verdaagd.
  • De gemeente kan de termijn opschorten als de eerste ingediende aanvraag onvolledig was. De tijd die de aanvrager gebruikt om de aanvullende stukken aan te leveren, wordt bij de fatale termijn opgeteld. Bijvoorbeeld: verzoekt de gemeente bij omgevingsvergunning om aanvullende stukken, en de aanvrager heeft daarvoor vier weken nodig, dan komt de fatale termijn uit op acht (normaal)+ vier (verlenging) = twaalf weken.

Weigeringsgronden

De aanvraag van een omgevingsvergunning kan betrekking hebben op een project dat bestaat uit verschillende activiteiten zoals het slopen van een bouwwerk, het bouwen van een woning en het maken van een uitweg. Alle activiteiten worden getoetst aan relevante weigeringsgronden. Als voor één van de activiteiten een weigeringsgrond van toepassing is, moet de gehele vergunning in principe geweigerd worden. De Wabo maakt het onder bepaalde omstandigheden mogelijk de omgevingsvergunning te verlenen voor die activiteiten waarvoor zij niet hoeft te worden geweigerd. Het gedeeltelijk verlenen van de omgevingsvergunning kan alleen op verzoek van de aanvrager. Hierbij moet het wel gaan om volledige activiteiten en niet om activiteiten die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.

De omgevingsvergunning is een zogenoemde 'gebonden beschikking'. Dat betekent dat een bouwvergunning mag en moet worden geweigerd als er een 'weigeringsgrond' op basis van de Woningwet is. Andersom mag en moet de vergunning worden verleend als er geen weigeringsgrond is De weigeringsgronden volgen direct uit de toetscriteria van de volgende wet- en regelgeving:

  • Bouwbesluit;
  • Bouwverordening;
  • Bestemmingsplan;
  • Welstandsnota;
  • Monumentenwet 1988, gemeentelijke of provinciale monumentenverordening;
  • Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob);
  • Advies van de commissie voor tunnelveiligheid. 

Het moeten weigeren van een bouwvergunning die niet voldoet aan deze regelgeving is niet zo strikt als het lijkt. Er zijn namelijk mogelijkheden om vrijstelling of ontheffing te verkrijgen van bepaalde delen van de wetgeving:

  • Vrijstelling kan worden verleend wanneer niet wordt voldaan aan het bestemmingsplan en/of de bouwverordening.
  • Burgemeester en wethouders kunnen het welstandadvies geheel naast zich neerleggen. Ook bestaat de mogelijkheid om gebieden en/of gebouwcategorieën welstandsvrij te maken.

Het is aan de gemeente om te bepalen of daadwerkelijk vrijstelling of ontheffing wordt verleend; de aanvrager kan dit niet afdwingen.

Bezwaar en beroep

Tegen elke beslissing van de gemeente staat bezwaar en/of beroep open. Dus ook tegen het verlenen of weigeren van een vergunning. Welke mogelijkheden er zijn voor bezwaar en beroep is afhankelijk van de gevolgde procedure. Na het verlenen van een vergunning volgens de reguliere procedure staat bezwaar open, eventueel gevolgd door beroep bij de rechtbank. Bij een vergunning die volgens de uitgebreide procedure is verleend, wordt de bezwaarsfase overgeslagen.
Als een belanghebbende bezwaar heeft tegen een verleende of geweigerde bouwvergunning, dan kan deze een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders. Bezwaar of beroep indienen moet binnen zes weken nadat de beslissing over de vergunning is genomen waartegen bezwaar of beroep wordt ingesteld. Bij een van rechtswege verleende vergunning gaat deze periode van zes weken pas in nadat eigenaren en/of gebruikers van naburige gebouwen door de gemeente zijn geïnformeerd. De gemeente is verplicht belanghebbenden te informeren, bijvoorbeeld door een brief of publicatie in een lokaal huis-aan-huis blad.
Als een bezwaar gegrond wordt verklaard, dan wordt de bouwvergunning alsnog ingetrokken. Wordt een bezwaar ongegrond verklaard, dan heeft diezelfde belanghebbende de mogelijkheid tot het instellen van beroep hiertegen bij de rechter. In dat geval is het verstandig om advies in te winnen bij een jurist, rechtsbijstandsverzekering of rechtswinkel.


Zes weken na verlenen onherroepelijk
Tot zes weken na het verlenen van de omgevingsvergunning kunnen belanghebbenden daartegen bezwaar indienen. Bij een van rechtswege verleende vergunning gaat deze periode van zes weken pas in nadat de eigenaren en/of gebruikers van naburige gebouwen door de gemeente zijn geïnformeerd. Dit betekent dat een vergunning pas onherroepelijk is na deze periode van zes weken. Indien binnen deze periode van zes weken begonnen wordt met bouwen, bouwt men voor eigen risico. Wordt de vergunning binnen die periode ingetrokken, dan moet het gebouwde weer worden afgebroken.

Terug